Keramisch Atelier

Jema & Jef Roberts Aardewerk

Aan de Fort Willemweg in Maastricht vind je een wit bakstenen pand met daarop de letters ‘Keramisch Atelier’. Achter de verweerde houten deur schuilt een verborgen schat met een rijke geschiedenis. Een belangrijk stukje Maastrichts aardewerk erfgoed. Het keramisch atelier was ooit van Jema en later van Jef Roberts, die er nog jaren met passie gewerkt heeft aan zijn eigen Maastrichts aardewerk.

JEMA

Om de geschiedenis van het pand te kunnen begrijpen, nemen wij u terug in de tijd. Naar de jaren ’40, waarin JEMA ontstaan is.

Jelis en Johan Willem Mager, twee broers uit Rotterdam, besluiten begin jaren 40 een VOF over te nemen van een zekere meneer J. Meussen. Dit bedrijf bestaat al sinds 1920 en focust zich naar alle waarschijnlijkheid op het produceren van keramische beeldjes. Dat is slechts een vermoeden gestoeld op het feit dat de twee gebroeders, vlak na de Tweede Wereldoorlog, op 4 mei 1945, het bedrijf inschrijven bij de Kamer van Koophandel in Maastricht onder de naam ‘Beeldenatelier JEMA’. De ‘JE’ refereert naar de letter J van Johan en Jelis. De ‘MA’ vormt de eerste twee letters van de achternaam Mager. Na negen jaar, in 1955, verandert de juridische vorm en wordt de VOF een naamloze vennootschap onder de naam JEMA KERAMISCH ATELIER.

 

Heer

De gebroeders strijken met hun beeldenatelier neer in de gemeente Heer, dat destijds nog een eigen gemeente was aan de rand van Maastricht. Het is niet vreemd dat er juist voor dit plekje wordt gekozen, want Heer is namelijk de plek waar Marie Elisabeth Weerts, echtgenote van Jelis, moeder van Maik, vandaan komt.

De jonge mannen gaan hard aan het werk en verhuizen in de loop van vijf jaren naar drie adressen binnen Heer: Dorpsstraat, Demertstraat en Burgemeester Cortenstraat. JEMA is op dat moment al een bedrijf van aanzienlijk formaat. In 1953 staat JEMA vermeld bij het ETIL, het Economisch Technologisch Instituut in Limburg. Het bedrijf telt in die jaren 41 personeelsleden.

 

Verhuizing naar de Fort Willemweg

Het ruimtegebrek en de groei van de fabriek hebben er toe geleid dat de heren Mager besluiten het bedrijf te verhuizen naar de Fort Willemweg in Maastricht, waar het zich in 1953 vestigt en in die oude staat is aangetroffen in 2021.

Breuk

Het keramiekatelier kent een vliegende start met, zoals hierboven beschreven, in eerste instantie de productie van kerstbeelden en vervolgens sieraardewerk. Gezien het groeiende succes in eigen land, ontstaat het idee bij de broers Mager om een keramiekatelier op te zetten in Amerika. Er werd een derde broer gevraagd om hier leiding over te nemen, maar dit mislukte helaas. Broer Hendrik sloot zich in 1960 aan bij zijn broers in Maastricht.

Vanaf dat moment ontstaat er onenigheid over de koers van het bedrijf, waardoor Jelis Mager in 1964 het bedrijf besluit te verlaten. In 1977 wordt het bedrijf overgenomen door Belgisch keramiekbedrijf in Quaregnon.

Met de overname door het Belgisch bedrijf komt de productie in Maastricht stil te liggen. Veel mallen werden overgebracht naar het bedrijf in België, andere mallen werden ter plekke vernietigd in Maastricht. De productie daar loopt door tot 1982. 

Jef Roberts 

Zodra de productie naar België vertrekt, blijft het atelier in Maastricht werkeloos achter: machines, ovens, materialen, alles staat er nog. Een enkel personeelslid blijft achter. De directeur van het bedrijf gaat naarstig op zoek naar een nieuwe exploitant, maar wie? Dan komt Jef Roberts in beeld.

Jef Roberts besluit een aantal materialen uit de fabriek te kopen voor zijn eigen bedrijf. Daarna blijft de keramiekfabriek door zijn hoofd spoken. Nadat hij de sleutel van Mager kreeg, bleef hij een nacht lang in de fabriek. Verblind door passie voor en behoud van de keramiek, sluit hij de ochtend daarna impulsief een overnamecontract van het atelier. Hij gaat verder als Maastrichts Aardewerk Jef Roberts.

Het pand dat Roberts van de gemeente huurt, is ernstig toe aan onderhoud. In de periode 1977-1984 corresponderen de keramist en de gemeente veelvuldig. Het is voor beide partijen een verhaal zonder eind. De discussie loopt zo hoog op, dat de gemeente uiteindelijk het pand van het keramiekatelier aan Roberts verkoopt op 11 juli 1984, voor slechts één gulden.  

Behalve plannen voor een doe-het-zelf garage, heeft Roberts ideeën voor een houtbewerkingsfabriek, een recyclebedrijf, een demontagebedrijf voor gemotiveerde werkloze jongeren en wil hij ruimte bieden voor muziekgroepen. Zijn creatief brein kent geen grenzen, maar de uitvoering van al zijn plannen wel.

Het is er nooit meer van gekomen.

Bron: Van inspiratie tot laatste zucht – Simone van de Wijdeven
Foto’s: Aron Nijs